Een maandje of twee terug, in Japan, op CEATEC 2014, toonde Toshiba Aiko, een robot-vrouw die via gebarentaal communiceert. Toshiba ziet als doel voor dit soort robots onder andere dat ze als verlengstuk van arts of therapeut kunnen dienen bij mensen met dementie, als een telepresence robot. Tsja, de tijd zal het leren. Wat vooral opviel was dat Toshiba eerder robots maakte die helemaal niet op mensen leken (check).

 

En dat leek me een mooie aanleiding om dit eerste stukje op Robots.nu te wijden aan de vraag:

Moet een robot op een mens lijken?

 

Van alle vragen waar je als robot-liefhebber over na kan denken is dit één van de ‘gouwe ouwe’ (helaas zonder een duidelijk antwoord). Ik denk dan direct aan de beroemde robots uit de films. Data uit Star Trek en de originele Terminator lijken net mensen. Maar Sonny uit I, Robot en C-3PO en R2-D2 uit Star Wars lijken helemaal niet menselijk, op hun gevoelens na dan. Het valt op dat in films de robots die er uit zien als mensen vooral belicht worden als wezenlijk ‘anders van binnen’ terwijl bij de ‘metalen robots’ juist de menselijke kanten belicht worden. Denk aan de laffe, jaloerse C3PO.

Wat gebeurt er als robots steeds meer mensen gaan lijken?

Je kan de vraag ook een beetje veranderen: Wat gebeurt er als robots steeds meer mensen gaan lijken?

Een beroemd antwoord daarop is dat je dan de Uncanny Valley tegenkomt (zie figuur onder), ofwel de Griezelvallei. Daarmee wordt bedoeld dat het lang goed gaat (het is fijn als de robot een beetje op een mens lijkt) maar dat er op een bepaald punt een afkeer ontstaat als de robot te veel op een mens lijkt. Dan slaat het sentiment om en lopen ons de rillingen over het lijf. Ik had het ooit zelf toen ik voor het eerst keek naar CB2, een griezelig robot-kindje (filmpje).

Een visualisatie van de Griezelvallei (geen exacte grafiek maar meer een conceptmatig plaatje) 

Het is goed om te weten dat de Uncanny Valley vooral een grappig en sterk idee is, maar nooit wetenschappelijk bewezen (dat was ook nooit de bedoeling). Het is bedoeld om te inspireren en roept op tot reflectie. Recent vroeg IEEE Spectrum aan een keur van robotici om in 1 minuut hun visie op de Uncanny Valley te geven. Eén van hen zei dat het vooral te maken heeft met seksen onze aangeboren biologische behoefte om een partner te zoeken om ons mee voort te planten, met andere woorden: een man of vrouw. Ik zou dat willen uitbreiden en stellen dat we allemaal op zoek zijn naar betekenisvolle relaties met andere levende wezens (hint). Als we iets tegenkomen (een robot, zombie of lijk) waar we ons even in ‘vergissen’ dan schrikken en walgen we daar van, aldus de kenner. Een interessante statement.

De Uncanny Valley weerhoudt sommige mannen er toch niet van om seksrobots en Real Dolls te maken, en vele andere mannen (vooral Japanners) om geavanceerde sekspoppen min of meer tot vrouw te nemen. Die moeten allemaal zoveel mogelijk echt op een mens lijken, en dan vooral qua uiterlijk. Van de Japanse mannen hoeven deze ‘Dutch Wives’, zoals ze ook wel genoemd worden, meestal ook niet te praten, maar is het wel prettig als ze bepaalde standen kunnen aannemen en over de juiste lichaamsholten beschikken. En dat je ze leuk kan aankleden en naast je op de bank kan zetten, dat is ook wel leuk.

Wat zoeken we in een partner?

Kijken we dan eens naar het andere geslacht. Zijn er ook vrouwen die wel een robot-man willen? Vreemd genoeg kom je dan alleen vrij functionele robots tegen. We hebben natuurlijk de afwas-robot (vaatwasser) en de grasmaai-robots. Daarnaast heb je nog de zogenaamde neukmachines (een dildo op een stotende stok), vergelijkbaar met diverse masturbatie-hulpmiddelen voor mannen.

Maar een echte robot om tot man te nemen, die zie je (nog) niet.

Bespiegelingen over robots zijn vaak tegelijkertijd bespiegelingen over mensen. Heren, wat zegt het over u dat u wellicht bereid bent een robot zoals Aiko tot vrouw te nemen en dames, wat zegt het over u dat een robot totaal niet interessant is als man? Wat zoekt u in een partner?

 

Via: robots.nu