Vandaag heeft iedereen zijn mond vol van Industrie 4.0, Factory of the Future en Smart Industry. Wat betekent dat voor de robot? Als Benelux invoerder van de EPSON robots is het mogelijk hier een interpretatie van te geven. Helemaal gezien de grote verscheidenheid aan beschikbare robotarmen én hetgeen er bij EPSON allemaal nog in de pipeline zit.
Waar zo’n 30 jaar geleden de automatische assemblagelijnen steeds meer werden opgebouwd met pneumatische sledes en modules, worden deze inmiddels steeds meer verruild voor elektrische systemen. Met elektrische systemen had men het voordeel dat het eenvoudiger wordt om manipulatoren te herprogrammeren voor een nieuw product. Ook kon men sneller wisselen tussen verschillende productietaken. Bij de bouw van een dergelijke assemblagelijn was men dan wel verplicht heel wat ontwerptijd te steken in de keuze en de opstelling van de diverse sledes. En helaas waren ook opbouw, bekabeling en programmeren omslachtig.
Robots worden eenvoudiger
Tegenwoordig is er daarom een flinke verschuiving richting het integreren van eenvoudige SCARA robots. Lastige keuzes zijn er niet meer bij en de montage blijft beperkt tot het vastzetten van een viertal bouten. Ook de bekabeling is heel eenvoudig. Aangezien de arm en de controller één geheel vormen, is het programmeren ook kinderspel. EPSON heeft hierop ingespeeld door een aangepaste Light versie van de SCARA’s (LS-serie) op de markt te brengen.
Deze Light versies blijken succesvol omdat zij in de praktijk weinig onderdoen voor de duurdere varianten. Zo zijn ze verkrijgbaar met geïntegreerde vision, diverse bus-communicatie systemen zoals Profibus, Profinet, EtherCat, Ethernet/IP, Devicenet en conveyor tracking (lineair en zelfs circulair). Veel klanten en integratoren zetten deze eenvoudige en goedkope oplossing samen met de Anyfeeders (Flexfactory) in, om zo op een heel flexibele wijze onderdelen naar een assemblagepositie toe te voeren. Bij dergelijke systemen is het heel eenvoudig de productie snel om te stellen, aangezien communicatie met een bovenliggende PLC en GUI-Builder het mogelijk maakt om heel gebruiksvriendelijke en aangepaste bedienerconsoles te programmeren.
In de laatste nieuwe firmware voor de controllers is het ook mogelijk om de algemene toestand van de robot te monitoren. Zo weet men wanneer een component boven een bepaald slijtageniveau komt, en kan met vervolgens preventief het onderdeel vervangen. Door deze diagnosemodule kan het programma geoptimaliseerd worden zodat men de algemene levensduur van de robot verlengt. Als de robot in het world wide web is aangesloten, kan men alles zelfs op afstand volgen. EPSON zal deze big data in de toekomst ook kunnen gebruiken om de ontwikkeling van nieuwe robots te verbeteren.
Robots worden slimmer
Naast deze evolutie om eenvoudige manipulatoren te vervangen door goedkope robots, is er de evolutie naar slimmere robots. Er zijn steeds meer flexibele cobots op de markt, maar de meeste hiervan zijn buiten de krachtmeting eigenlijk gewone slaven die repetitief, voorgeprogrammeerd werk uitvoeren. EPSON is reeds meerdere jaren intensief bezig met het uitwerken van een slimme dual arm robot. Deze robot wordt momenteel in eigen productie ingezet en zal als zijn betrouwbaarheid volledig bewezen is op de markt komen. Deze ontwikkeling heeft heel veel moeite gekost, maar het resultaat mag er zijn. De robot in kwestie kan bepaalde basistaken aanleren en voor onderdelen die hem worden aangeboden zelfstandig te beslissen welke taak hij moet uitvoeren. Hiervoor is deze volgepropt met vooruitstrevende technologie, zoals onder andere krachtsensoren, 3D vision en flexibele 4-puntsgrijpers.
Veel van de technologie welke EPSON in deze dual arm geïntegreerd heeft, zal in een volgend stadium ook beschikbaar worden voor de klassieke SCARA en 6-assige armen. Men kan zich voorstellen dat er hierdoor zelflerende robots komen, die 3D-CAD data in combinatie met sensoren gebruiken om de correcties op de diverse posities heel nauwkeurig zelf te bepalen.
Met deze nieuwe integraties wordt het dus mogelijk om met EPSON robots heel kleine series te produceren, tot zelfs 0-series. De trend is in dit geval niet richting grote series met hele korte cyclustijden, maar eerder naar extreme flexibiliteit, met een onvermijdelijk langere cyclustijd. Dergelijke extreem flexibele systemen zullen de taken kunnen overnemen waar men zich wil verzekeren van een constante kwaliteit en waar men de werknemers wil ontlasten van domme repetitieve handelingen.
Deze nieuwe intelligente systemen zullen zonder enige twijfel nieuwe markten openen en HUPICO staat al te trappelen om deze zo snel mogelijk voor te stellen!
Pierre Huyghebaert, zaakvoerder van HUPICO
