Tijdens de beurs Vision, Robotics & Mechatronics organiseerde RoboNED een interessante discussiebijeenkomst over de collaborative robot. Na pitches vanuit verschillende gezichtspunten gingen kleine groepen bezoekers met elkaar in debat over dit populaire robotthema. Het leidde tot enkele interessante en verrassende inzichten.

ff_robot3_largeStuk voor stuk roept Jesse Scholtes ze het podium op. Als het nieuwe RoboNED gezicht en aanspreekpunt is het aan de kersverse Platform Manager om het co-robotdebat in goede banen te leiden. Het debat is één van de Workshops die Mikrocentrum voor haar duo-evenement heeft bedacht (Vision, Robotics & Mechatronics en Photonics) om bezoekers actief te betrekken in een zoektocht naar oplossingen. In dit geval is naast RoboNED en Mikrocentrum ook Smart Industry bij het debat betrokken, want ook in hun actieagenda staat die ene robotvraag vetgedrukt: gaan coöperatieve robots de productie van kleine series winstgevend maken?

Paradigma shift

Het is Marcel Grooten van TOM Projects & Interim die als eerste het podium mag beklimmen. Recentelijk bracht hij in opdracht van de Brabantse Ontwikkel Maatschappij nog de robotmarkt in kaart. En volgens hem staan we op een belangrijk kruispunt. “Er is echt een paradigmashift ten opzichte van de robots van de afgelopen 40 jaar”, zegt hij. “Met de co-robot ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor taken die Dull, Dangerous of Dirty zijn. De cobot is veilig en betaalbaar geworden en – heel belangrijk – ze zijn gemakkelijk te programmeren, of eigenlijk ‘aan te leren’. Zo kunnen ook mensen zonder robotachtergrond er snel mee uit de voeten. Bovendien is hij steeds beter in het anticiperen op wat de operator doet, zodat er bijvoorbeeld geen pijnlijke botsingen ontstaan. Dat tezamen maakt dat er nog een ander belangrijke paradigmashift gaande is: de operator wordt leidend en niet de robot, zoals dat bij volautomatische systemen wel het geval is. Met andere woorden: er wordt slechts een deel flexibel geautomatiseerd, zodat de robot een ondersteunende rol krijgt toebedeeld.”

Klein marktaandeel

Eddie Mennen is een goede bekende van Yaskawa. Als Benelux vertegenwoordiger van deze Japanse robotbouwer trekt hij het wat breder. “Als Yaskawa houden wij de cobotbeweging natuurlijk nauwlettend in de gaten. Niet voor niets zijn er inmiddels zo’n 15 fabrikanten die er succesvol mee zijn en ook in onze roadmap is er plek voor wat wij de human assist robot noemen. Hieronder verstaan we de zorgrobot – waar we in een sterk vergrijzend Japan ook een rol willen vervullen – maar ook de industriële toepassingen als assemblage en pick & place. We hebben het dan echter nog steeds maar over 10 procent van de industriële robotmarkt. Want in veel gevallen zijn de payloads en snelheden vele malen hoger dan dat de cobot aan kan. Ook is er nog een hoop te doen op het gebied van de interfacing en de integratie van complexe systemen. Ook vanuit een Smart Industry gedachte, waarbij robots semi-automatisch vanuit bijvoorbeeld een CAD-model worden aangestuurd, is nog een hoop te doen. Hier zal de komende jaren dan ook een belangrijke Yaskawa focus liggen.”

Mensenwerk

Richard Vialle van Beltech benadrukt vooral het belang van de menselijke maat voor het co-robotsucces. “Als visionintegrator hebben wij al menig robot de ogen gegeven die nodig zijn om met mensen samen te werken. Maar wat daarin opvalt is dat het vooral belangrijk is dat mensen goed samenwerken om tot innovatieve dingen te komen. Bovendien pleit ik ervoor dat we het succes niet zozeer afmeten aan kostenplaatjes en terugverdientijden, maar kijken naar de waarde die we hebben kunnen toevoegen. Alleen daarmee krijgen en houden we de productie in Nederland.”

Praktijkgat

Ergens is Hans Lierop van Lierop BV het in zijn pitch wel met Vialle eens. Maar het is wel gemakkelijker gezegd dan gedaan. “Als metaalverwerkend bedrijf met zo’n 30 medewerkers spreek ik denk ik voor meer bedrijven als ik zeg dat het met de innovatie allemaal niet zo wil vlotten. Ja, we werken met robots, lasrobots in ons geval. Maar hoewel er allerlei mooie technologische ontwikkelingen zijn en bedrijven deze echt wel willen toepassen, krijgen we het in Nederland niet goed voor elkaar om de theorie in de praktijk om te zetten. Hopelijk kunnen we er hier een vinger achter krijgen hoe dat nu toch komt.“

Verkeerde verwachtingen

Foto15-00325Volgens slotpitcher Stefano Stramigioli, voorzitter van RoboNED en in deze discussie vertegenwoordiger van het onderwijs en wetenschapperspectief valt dat gat best mee. “Gisteren hadden we nog een praktijkcase waar de terugverdientijd van een cobot maar 150 dagen was. Dat laat zien dat er echt wel goede verdienmodellen mogelijk zijn. Maar wat je wel vaak ziet is dat mensen zowel overschatten als onderschatten wat een cobot wel en niet kan, vooral op cognitief vlak. Het is echt een robot om mee samen te werken en die dus wel ‘gevoed’ moet worden. Bovendien zie je dat sommige problemen niet zijn aangepakt zoals het eigenlijk hoort. De robot is momenteel bijvoorbeeld veilig door hem maar langzaam te bewegen en kleine payloads te geven. Er moeten dus nieuwe besturingen en sensoren ontwikkeld worden om deze beperkingen te ondervangen.”

Stem van het volk

De pitches zijn gehoord en de zaal schaart zich rondom hun favoriete sprekers om er verder over van gedachten te wisselen. Eigenlijk blijkt men het redelijk met de geleerden eens, al komt er ook een aantal opmerkelijke zaken naar boven. ‘Het is een hype’, vindt een van de groepen. ‘Onvolledige automatisering, omdat je nog steeds de mens nodig hebt’. ‘Het leidt tot gemakzucht, net als bij 3D printen’, is weer een ander geluid. Maar de hype vindt men wel goed voor de mindset. Sommigen zijn al 25 jaar met het onderwerp bezig. Gaat er dan toch eindelijk iets gebeuren? Een andere groep vindt het meer dan een hype. Ja, het draagt bij aan de productiviteit, al zijn er beperkingen. Snelheid en veiligheid moeten beter. Ook in regelgeving moeten stappen worden gezet. En een generiek inzetbare robot lijkt leuk, maar uiteindelijk gaat het toch om specifieke applicaties. De cobot is geen panacee. Volgens de ‘groep Stramigioli’ tot slot is het vooral het menselijke denken dat de beperking is. Te veel wordt in de gangbare richting gedacht en probeert men daar te verbeteren. Niet dat er iets mis is met de menselijke grijze massa. Integendeel. Door die zo goed moegelijk te combineren met de machines, krijg je het beste van twee werelden. Hoe dat kan? Door de cobot bijvoorbeeld mobiel te maken. Een volgzame assistent die in gelijke tred gaat waar de mens gaat. De hele wereld is er mee bezig. Maar als we zoiets nou eens gezamenlijk in Nederland zouden ontwikkelen. Dan hebben we er over twee jaar een fantastisch exportproduct bij.

Dubbele groeicijfers Vision, Robotics & Mechatronics 2015

Vision, Robotics & Mechatronics, dat ook dit jaar gelijktijdig met Photonics plaatsvond, laat dubbele groeicijfers zien. Het totale aantal bezoekers ging van 1,278 naar 1,647. Het aantal exposanten steeg van 20 naar 27 – een groei van 30 procent. Volgens beursmanager Mat Josquin van Mikrocentrum zijn er echter belangrijkere redenen om tevreden te zijn: de enquête laat zien dat het voor alle betrokkenen twee waardevolle dagen waren.

Of het nu ging om het brengen van een boodschap, het halen van kennis, het vinden van een specifieke oplossing of het scoren van keiharde leads, op alle fronten scoorde de 2015-editie van het inmiddels vertrouwde vision- en robotic-evenement in Veldhoven. Volgens Josquin is het een teken dat de nieuw ingeslagen weg zijn vruchten heeft afgeworpen. “We moeten nog wel de face to face-evaluatie met sommige exposanten doen, maar de eerste tekenen zijn goed. Blijkbaar heeft het duidelijkere profiel van de twee evenementen, waarbij elk van de evenementen op een van de dagen zijn eigen conferentie had, goed gewerkt. Mensen reageren positief in de enquête en ook aan de beweging op de beursvloer zagen we dat het werkte. Zo was er op de eerste dag op Vision, Robotics & Mechatronics de duidelijke golfbeweging. Ging de RoboNED-conferentie weer verder, dan werd het rustiger op de vloer. Was die afgelopen? Dan was het een drukte van jewelste. En op de tweede dag kwamen de mensen echt voor het beursbezoek. Op de vloer was het toen de hele dag druk. En bij Photonics? Daar was het precies andersom.” Al die welkome ‘hussle & bussle’ heeft overigens ook te maken met het grotere aantal bezoekers. Josquin: “Die 10 procent is in absolute aantallen misschien niet zoveel, maar het zorgt wel voor dat beetje extra reuring waardoor het nooit echt rustig wordt. Voor een goed beursgevoel is dat belangrijk.” En de leads? Die waren er ook. “We hebben een bedrijf gehad – ik noem geen namen – die maar liefst 45 leads wist te verzamelen. Die gaan het nog druk krijgen zo kort voor de zomervakantie.”

Al met al is er alle reden om aan te nemen dat ook volgend jaar een zelfde formule, inclusief workshops en brokerage, wordt gekozen. “We moeten dit natuurlijk ook met onze partners – die we erg dankbaar zijn voor de prettige samenwerking – overleggen. Maar als het aan mij ligt, gaan we er in 2016 nog een mooier feestje van maken. Ik hoop jullie dan allemaal weer te mogen begroeten!”

Door Liam van Koert

Via: visionandrobotics.nl